De schroeven zijn eruit en de wond is weer genezen. Ik kan nog niet slapen op de linkerschouder, en mijn arm heeft zijn normale bewegingsvrijheid en kracht nog niet terug, maar dat lijkt nu een kwestie van geduld, en van training.
De vermoeidheid en de lage weerstand zijn nog wel hetzelfde. Ik hoop dat, nu het gedoe met de arm voorbij is, ik weer wat training op de sportschool kan gaan opbouwen. Over die vermoeidheid heb ik gesprekken gehad met een psychiater. De combinatie van factoren, medicijnen zoals Revlimid en antidepressiva, de behandelingen tegen de ziekte van Kahler, en de suikerziekte maken het moeilijk om nu te bepalen wat de oorzaak van de vermoeidheid kan zijn. En dan is het ook moeilijk om vast te stellen wat je eraan kan doen. Het beste is toch om de feitelijke situatie te aanvaarden zoals ze is, en tegelijkertijd toch ook blijven proberen of ik mijn eigen grenzen iets kan verleggen. Een leuke paradox die ik alleen met vallen en opstaan kan meemaken. Valtechniek en zachte landingen oefenen dus ook.
Ondertussen heb ik wel in overleg met de psychiater de anti-depressiva afgebouwd. Ik moet zeggen dat deze me afgelopen jaar wel iets geholpen zullen hebben om mijn evenwicht te bewaren na de tegenslag toen de ziekte van Kahler zijn come-back maakte bij mij. Tegelijkertijd geloof ik niet echt het nodig te hebben, en kan het ook een factor bij de vermoeidheid zijn. Hoe minder medicijnen, hoe beter is toch wel uitgangspunt. Afgebouwd dus. In Juli nog een keer een afspraak met de psychiater, waarschijnlijk zal het daarbij blijven. Waar ik veel moeite mee heb is om te aanvaarden dat mijn conditie toch wel zoveel minder is geworden dat ik veel dingen niet meer zo kan als ik zou willen. Bijvoorbeeld zal ik het aantal uren dat ik werk toch weer moeten bijstellen, op dit moment is 20 uur per week niet haalbaar. Voorbeeld van aanvaarden. Ondertussen kan ik mezelf nog wel gelukkig prijzen met wat er allemaal wel kan. We zijn toch 5 dagen weg geweest, en behoorlijk actief ook nog.
Vandaar ook mijn berichtjes over Istanbul, om te laten zien hoe goed het eigenlijk gaat. En natuurlijk omdat ik enthousiast ben over deze hoofdstad en bakermat van onze Europese beschaving. Daarbij heb ik er ooit, 30 jaar geleden, ruim een week mogen verblijven zonder een rooie cent op zak. De planning van mijn reis naar India was een beetje fout gelopen en ik was platzak in Istanbul beland, op de terugweg. De Nederlandse ambassade was, gul als wij Nederlanders zijn, zo goed om mij te adviseren om collect call mijn ouders te bellen, zodat deze voor mij konden zorgen. Zo gezegd, zo gedaan, alleen de afwikkeling van deze financiƫle transactie liet nog ruim een week op zich wachten. Het was voor mij erg de moeite waard om nu Istanbul eens door geheel andere en nieuwe ogen te bekijken. Eindelijk kon ik eens afscheid nemen voor mezelf van de bittere herinneringen aan deze "faalactie". De stad, en ikzelf, waren in 30 jaar onherkenbaar veranderd. Bijzonder was, dat het postkantoor en het loket voor de internationale gesprekken nog volledig herkenbaar, zelfs geheel ongewijzigd waren! Alleen waren er geen lange wachtrijen meer, ik heb toendertijd uren moeten wachten voor ik een verbinding kon krijgen.
In het vorige bericht een link naar meer foto's van Istanbul, en een filmpje met gezang van koranrecitatie. Of het nou de galm of de intonatie is, het doet mij wel denken aan Gregoriaanse zang. Ik vind het wel mooi, en die grote ruimten met die enorme koepelsmet geen ander doel als, ja waarvoor eigenlijk, die spreken me wel aan. Net als gotische kerken en treinstations overigens.
Iets anders, als tegenwicht zeg maar, kwam laatst het mooiste Nederlandstalige gedicht zomaar weer eens in me boven. Laten we het maar op de anti-depressiva schuiven. Maar wie weet zien jullie lezers er ook wel een mooie morgengroet in. Kijk maar eens hoe marc 's morgens de dingen groet.
Oja, en als laatste, we hebben weer uitbreiding op onze kinderboerderij, we hebben er 2 kanaries bij, Henk en Ingrid. Volgens de kweker bij wie ik ze kocht zijn het 2 mannetjes, maar ik wil kijken of ze het samen rooien, met de zebravinken, dus toch maar Henk en Ingrid. Als er maar minstens 1 gaat zingen. Henk heeft een zwart petje.
Henk en Ingrid |
Ingrid en Henk |
Laurens